Mariëndistelzaad

Mariëndistelzaad

Image module

Toen ik vorig jaar in november een kooiententoonstelling bezocht in het Oost-Vlaamse Kruisthoutem raakte ik aan de praat met een kweker van uitsluitend botvinken en hun mutaties. Hij stond daar op de tentoonstelling met zijn kooien, ook had hij wat klein gerief bij. Bij iedereen die tegen hem ging praten deed hij hetzelfde, hij toonde in zijn handpalm enkele kleine zaadjes en vroeg de collega vogelliefhebbers wat dit was. Blijkbaar was ik de eerste waartegen hij sprak die meteen het goede antwoord kon geven. Het ging ‘m over mariëndistelzaad. ‘’ Jij bent de eerste die het meteen herkent en een juiste naam kan geven’’ was zijn opmerking. Ik zei dat dit vanzelfsprekend was, want dat dit een erg gezond zaadje is die onze vogels maar al te goed kunnen gebruiken.

Ikzelf ken dit zaadje al geruime tijd, en het gaat steevast in mijn mengeling van zaden die ik bijgeef aan de standaardvoeding. Ik heb het zaadje leren kennen door het naslagwerk van Camiel Demeester te gaan lezen te lezen. Hij schrijft hier kort over, en ik merk op dat dit een element is dat terug te vinden is in de voeding die hij samenstelt voor de vogels. Omdat ik te weinig tekst en uitleg vond ben ik maar op zoek gegaan naar wat uitleg, enkele boeken en uiteraard het internet hebben mij aardig op weg geholpen. Om deze informatie te delen met collega-vogelvrienden kies ik er uiteraard voor om dit in een schrijven te gaan doen in het A.VI.BO-blad.

De mariëndistel is een eenjarige en/of tweejarige plant. Er hangt een mythe rond deze plant, namelijk dat de witte vlekken op het blad veroorzaakt zouden zijn door de melk van Maria. Zo geschiedde de naam Mariëndistelplant.

De plant bevat medicinale eigenschappen, vooral het zaadje draagt het gros van deze eigenschappen. Voor onze vogels is het eigenlijk bijna een must. Dit vanwege zijn beschermende werking tegen allerhande leverziektes. Een liefhebber die al eens met een leverziekte te maken heeft gekregen weet maar al te goed hoe erg dit is. En hoe klein de kans is dat de vogel hiervan geneest. En indien hij hiervan geneest is hij meestal van zijn zang en/of kweekcapaciteiten kwijt. Als we over leverziektes spreken bij onze vogels denken wij vooral aan leverontsteking en atoxoplasmose (lankesterella in de volksmond). In een verder stadium zal atoxomplasmose niet enkel de lever aantasten, maar uitbreiden naar gal, longen, milt, hersenen en noem maar op. Bij een vogel met een gezonde lever is er op de buik niet de minste tekening aanwezig die de aanwezigheid van een lever überhaupt doet vermoeden. Is de lever zichtbaar, dan is het vijf voor twaalf, en in heel wat situaties is de klok nog eens tien minuten verdraaid. Dan is het met andere woorden te laat.

De vogels geregeld van dit mariëndistelzaad toedienen kan heel wat euvel voorkomen. Grotere vogels zoals goudvinken, kruisbekken, majoor putters… Zijn goed in staat dit zaadje zelf te pellen. Kleine vogels zoals fraters, sijzen, kneuters etc. Zullen dit wellicht niet kunnen omdat hun bekje te klein is en ze niet sterk genoeg zijn. Hou er rekening mee dat dit zaadje over een vrij harde schil beschikt. Uit ervaring weet ik dat vinken ook niet altijd in staat zijn om dit te pellen. Ik heb vinken in mijn bestand die dit kunnen. In hun kooien tref ik dan de pellen aan. Anderen gooien het op de grond. Maar de meesten die het niet kunnen pellen brengen het naar de drinkfontein, of het badje als ze in hun winterkooi zitten. Ik vermoed dat zij dit zaadje ietwat willen weken, om de pel zachter te maken. Dit is helaas tevergeefs, want in een speelkooi zakt het naar de bodem van de glazen fontein. Geen enkele vogel zal zich laten verdrinken om dit zaadje uit te halen, geloof me vrij.

Indien wij dit zaadje toch willen aanbieden, dan kunnen wij onze vogels helpen door dit te malen. Dit kan met aan hakmachientje, een koffiemolen (al dan niet elektrisch). Zo kunnen kleinere vogelsoorten ook dit zaadje probleemloos opnemen.

De mariëndistelzaden kunnen vrij worden toegediend, zonder enig gevaar voor de gezondheid van de vogel. Zelf heb ik geen ervaring met het trekken van thee van deze zaden, doch ik heb er wel iets over gelezen. Hierbij overgiet men een theelepel mariëndistelvruchten met 250 ml. Kokend water, men laat het 10 tot 20 minuten trekken. Ik zou wel aanraden om niet het zuiver kokend water op te gieten. Dit is bijna nooit goed, voor geen enkel kruid. Je bent beter met water op te gieten van 80 à 90°C dan echt kokend water die 100°C heeft. Dit om de stoffen te gaan beschermen. Je kan dit doen door de waterkoker af te leggen voordat het kookpunt volledig bereikt is, ofwel hem enkele minuutjes te laten staan, zodoende kan hij geleidelijk afkoelen. Dit geldt niet enkel en alleen voor thee van distelzaden, maar eigenlijk voor alle soorten kruidenthee. Zowel voor mens als dier.

Voor veel liefhebbers is het mariëndistelzaad een onbekend zaadje, voor velen is het al bekend. Degene waarvoor het bekend is weten maar al te goed waarom ze dit geven aan hun vogels. Ik las van sommige liefhebbers die heel tevreden waren over dit zaadje, zij omschreven het kort en bondig: “ een goed vogelvoeder bevat mariëndistelzaad”. Ik deel deze mening.

Het is zoals mijn contactpersoon op de tentoonstelling het aanhaalde, veel vogels sterven door ziektes aan de lever. Maar het kan in heel wat gevallen gemakkelijk voorkomen worden.

Gilles Peirs

div#stuning-header .dfd-stuning-header-bg-container {background-image: url(https://www.avibo.be/wp-content/uploads/2017/07/standaardheader-e1500234473429.jpg);background-size: initial;background-position: center center;background-attachment: initial;background-repeat: no-repeat;}#stuning-header div.page-title-inner {min-height: 350px;}#main-content .dfd-content-wrap {margin: 0px;} #main-content .dfd-content-wrap > article {padding: 0px;}@media only screen and (min-width: 1101px) {#layout.dfd-portfolio-loop > .row.full-width > .blog-section.no-sidebars,#layout.dfd-gallery-loop > .row.full-width > .blog-section.no-sidebars {padding: 0 0px;}#layout.dfd-portfolio-loop > .row.full-width > .blog-section.no-sidebars > #main-content > .dfd-content-wrap:first-child,#layout.dfd-gallery-loop > .row.full-width > .blog-section.no-sidebars > #main-content > .dfd-content-wrap:first-child {border-top: 0px solid transparent; border-bottom: 0px solid transparent;}#layout.dfd-portfolio-loop > .row.full-width #right-sidebar,#layout.dfd-gallery-loop > .row.full-width #right-sidebar {padding-top: 0px;padding-bottom: 0px;}#layout.dfd-portfolio-loop > .row.full-width > .blog-section.no-sidebars .sort-panel,#layout.dfd-gallery-loop > .row.full-width > .blog-section.no-sidebars .sort-panel {margin-left: -0px;margin-right: -0px;}}#layout .dfd-content-wrap.layout-side-image,#layout > .row.full-width .dfd-content-wrap.layout-side-image {margin-left: 0;margin-right: 0;}