Er was eens een” klein landeke” gelegen tussen grote mogendheden en het had nog één echte grens “de zee” , wie daar over ging had een natte broek ! De zo geheten landsgrenzen waren alleen nog te vinden in geschiedenisboeken , atlassen en op wereldbollen . Iedereen kon vrij binnen en buiten en aan de noorderkant lag de grote broer waar de “kleinlanders” in grote getale naar toe trokken om boter , kaas en wiet , omgekeerd kwamen de noorderlingen ons bier opdrinken , tegen de kerken pissen en onze snelwegen kapot rijden met hun tweedehandscaravans in de zomer ,hartstikke leuk ! De daar naastliggende buren kwamen minder want ze waren hier al twee maal voor 4 jaar geweest en berooid terug vertrokken , alleen met hun voetbalploeg durfden ze nog wel eens over komen , binnen en buiten . Aan de zuidkant lag “het land van en naar de zon “ , daar gingen onze inwoners regelmatig wijn en water kopen , de zuiderlingen op hun beurt komen over dag onze “toebak” shoppen en s’nachts geld en juwelen . En men zou het bijna vergeten maar het verste van onze zeegrens lag ook nog een klein …. ? Ze hadden het “ Groot hertogdom “ genoemd omdat het klein was , een hertog de baas was en waar het “dom “ van kwam weet ik niet . In verdoken termen noemde men het ook “ het BB&B” , bos bergen en banken , veel banken en niet voor op te zitten . Het bedevaartoord “ Lourdes” had minder toeloop dan het Groother… want iedereen die geld teveel had , of gevonden , of gest… kon het daar laten verdwijnen voor de belastingen , zwart was daar de kleur .
Klein kan ook fijn zijn en dat was “ het landeke “zeker ! Ondanks zijn beperkte oppervlakte was er toch een grote variatie aan alles . Neem nu het reliëf : vanaf de zee landinwaards had je “ het vlakke land “ op een paar bubbels en molshopen na die “ de Schepper” daar gelegd had omdat hij van de koers hield . een groot deel van deze vlakte werd bewoond door één van de hardstwerkende groepen , de mannen en vrouwen van de “ wuk , njiet en weij “ , Vlaams plus nog eens 100 dialecten was daar de voertaal . Er op aansluitend waren er nog de Oosters , de Meine Joenges , de voal jeanetten en …we waren halverwege . Van daar af veranderde alles , het landschap werd grilliger , men sprak er Frans of Waals , en ze hadden last met de vervoeging van het werkwoord “ Travail “ , anderzijds konden ze genieten van de vele bossen , heuvels , rotsen en geld verterende en investerende plattelanders .
Juist op die scheiding , halverwege het landeke stond een groot mooi kasteel “ paleis” genaamd, al eeuwen en nog de verblijfplaats van de “ Koning “ “The Boss” , de zevende in rij . Een zeer vriendelijke , niet onverstandige , graag geziene , iets schuchtere man . Verwekt door zijn pa, , de vorige koning en opgevoed tot leider door zijn tante koningin en nonkel koning , veel te vroeg tot de Heer geroepen .
De aan de macht zijnde koning was gehuwd met de sterke dame achter de sterke man , de koningin dus , en in de mindere schuchtere momenten hadden ze gezorgd voor 4 opvolgers die de stamboom sierden . Hij had ook een broer die gelukkig jonger was maar ook van wanten wist en voor 3 prinsen en prinsessen zorgde , om af te ronden was er ook nog een zus , zeer vriendelijke dame , ideale schoondochter en ook moeder van 5 . Als U denk dat het daar het “ huisje weltevree” was dan denkt U fout want plots waren ze met 4 , grote consternatie , de stamboom schudde , er was plots een tweede zus , of halfzus . De pa van de koning reed graag met de moto , ook , schaatste met scheve schaatsen en had een veel te klein potje , gevolg : miserie , miserie ! Om deze en nog veel andere problemen op te lossen liet de koning zich omringen door een ganse schare raadsheren en-dames en …. . Dicht bij het paleis stonden grote gebouwen met grote vergaderruimtes , slaapzalen en plaatsen waar ze konden debateren , reclameren , commeren en ruzie maken over hoe de verdeling zou gebeuren onder de “armen “ . Af en toe bezochten ze volgens een kleurcode de koning met nieuws , vragen en tips over de laatste mode van schoenen en kleding .En zoals het reeds van in de vroege oudheid mode was kwamen hier ook steeds meer en meer en meer mensen rond het kasteel wonen , van alle kleuren , talen , formaten , godsdiensten, , strekkingen …en noem maar op. De voertaal was er frans , turks , marokaans , arabisch , spaans , en nog tientallen meer , soms vlaams .Zo was het klein landje compleet ? PLOTS kreeg de koning angstaanjagend nieuws , maar moest het nog stil houden om geen paniek te zaaien : er was een ziekte op komst , niet gekend , onzichtbaar …… . De koningin zag dat hij met iets liep en viste tot ze beet had . Haar gemaal zei dat hij slecht nieuws had , dat er iets op komst was .Nog voor hij zijn zin kon afmaken kwam ze in paniek tussen met : “Echtgenoot , zeg dat het niet waar is , is het een jongen of een meisje , hoe moet ik dat uitleggen aan ons kinderen “. De koning die wat van zijn melk was antwoorde : “ Vrouwe , het is een vier.. .” Terug kon hij zijn zin niet afmaken want haar paniek steeg en ze replikeerde met: “ een vierling , dat kan de stamboom niet dragen “ . Hij deed een tweede poging en maakte alles duidelijk : “ Geen 4 russen , maar een virusen , uit China !” En als hij dacht dat alles nu duidelijk was barste ze in tranen uit en zei snotterend : “ Gemaal , 4 russen met spleetogen dan nog , dit kan ik en ons landeke niet aan , wanneer , hoe en waar hebt gij dat geflikt, slaap maar op de zetel “ Maar na naar het 7uur nieuws gekeken te hebben werd alles duidelijk , er was een gevaarlijk virus uit China op komst , tijd om de wijzen samen te roepen en een plan op te maken . Dag na dag werd het erger en de ganse wereld kreeg het “gele gevaar “ op bezoek . Alle mogelijke middelen werden uit de kast gehaald , ook uit de lege kasten . Alles viel stil op uitzondering van de machiene die de stortingsformulieren drukte . “Blijf in uw kot “was de “Magische spreuk van het jaar”,,maar snel bleek dat mensen op een appartement geen kot hadden in tegenstelling tot de mensen van de platte streek die meerdere koten hadden achter hun hoofdbouw .Erger nog, want ook alle “koten “ waar geen konijnen zaten of fietsen stonden moesten toe . Solidariteit was het woord , en die was er , De wijzen trokken aan hetzelfde zeel , een tijd toch ! De dagelijkse informatie bleef te lang informatie , daden bleven uit en er kwam opstand van de zogeheten” aankomende slimmen “, dommer kon niet maar plots werd er ook aan de twee kanten van de koord getrokken .Niemand nam voldoende verantwoordelijkheid en er was stilstand ,en niet van de ziekte ! Een wereldbloedbad ! De roetpieten werden doorgeschoven , het belastingsgeld raakte op , de zorgwerkers kregen geen applaus meer maar meer en meer werk , het klein landeke werd meer dan ooit het doorvoerland van goederen , mensen en “ spuitjes “ !!
Op het paleis werkte al 30 jaar een klusjesman , een handige Harry afkomstig van de“ wuk-streek” , beetje bij beetje had hij alles gehoord en zien gebeuren en begon met zijn gezond boerenverstand mee te zoeken naar oplossingen , er moest toch iets zijn om dat beest te verslaan ? Wereldwijd werden vele miljarden opgesoupeerd door de medicijnmannen zonder direct resultaat , hopelijk hadden ze de weg al niet gevonden naar BB & B .
Plots dacht hij aan zijn hobby , het vinkenieren , dat ook reeds “on hold” stond zonder perspectieven , de lamp schoot aan : Nonkel Noël , de man van vele veldslagen ! Hij vroeg via , via , via de toelating aan de koning of Nonkel eens naar het paleis mocht komen met zijn wijsheid , en het antwoord was Ja ! En zo geschiedde , na vele controles en ondervragingen werd hij ontvangen bij de koning en het gekende glas water . Zonder te vragen wat het schafte , nam vinkenier Noël een klein flesje uit zijn vestzak en zei : “ Sire , bij ziekte , twee drupkes in de nek , 5 dagen lang , bij gezondheid 1 drupke in de nek , t’es 20 € . Vier weken later was iedereen gedrupt , Nonkel Noël moest 2 maal per week naar het Groot Hertogdom , iedereen kon terug doen wat hij wou , de vinkeniers kwamen terug te laat thuis voor het middageten maar hadden koekjes bij voor bij de koffie als ze niet moesten gaan spelen , of beter gezegd niet mochten .
De drupkes zijn nog altijd te verkrijgen , niet meer bij nonkel Noël want hij woont nu op Ibiza maar bij “ bij mij “ zolang de voorraad strekt , allee met andere woorden , aan de hoogstbiedende .
Lucien van GENT